Eenvoudig en vooral doelmatig.
Ofschoon familienamen dus al eeuwen bestaan, is het, vooral in kleinere gemeenschappen, tot in onze tijd gebruikelijk gebleven om de "oude" naamgeving volgens plaatselijk gebruik te blijven gebruiken. In de kleine gemeenschap Dieteren, één van de plaatsen waar de Schulpen's definitief wortel schoten, was schrijver dezes in zijn jeugdjaren niet bekend als Lei Schulpen maar als "Lei van Sjang". Dat ik tot de familie Schulpen behoorde wist toch al iedereen, en een verwijzing naar mijn familienaam was in feite overbodig. Het was wel van belang om aan te duiden tot welke tak van de uitgebreide familie Schulpen ik behoorde. Daartoe was de toevoeging "van Sjang" (mijn vader) meestal voldoende. Omdat de voornaam "Sjang" geen zeldzame naam was, werd er ook nog de naam van zijn moeder, dus mijn grootmoeder "Mrikske" aan toegevoegd. Mijn vader was dus "Sjang van Mrikske". Ikzelf was "Lei van Sjang" of, om het heel precies te zeggen, "Lei van Sjang van Mrikske". Deze simpele maar zeer effectieve naamsaanduiding werkte perfect en was voldoende om mijn persoontje exact te bepalen binnen mijn dorp, binnen mijn familie en binnen mijn afstamming. Elk misverstand was uitgesloten. Er was maar één Lei van Sjang van Mrikske in Dieteren, en er konden geen misverstanden ontstaan. Ik kon ook onmogelijk verwisseld worden met mijn neefnaamgenoot, een zoon van mijn vaders' broer. Hij werd doodgewoon en effectief "Lei van Theike " of desgewenst "Lei van Theike van Mrikske" genoemd. Twee personen met exact dezelfde (officiële) voor- en achternaam, kregen op deze manier ieder een aparte naam, die ook nog een verwijzing inhield naar hun gemeenschappelijke grootmoeder. De graad van verwantschap lag zelfs in de naam opgesloten. In feite het toppunt van doelmatigheid en duidelijkheid!
Het ontstaan van familienamen c.q. achternamen heeft geleidelijk plaatsgevonden en werd dus als het ware uit nood geboren om een beter onderscheid tussen de mensen te kunnen maken. De naam in geschreven vorm kwam men in de dagelijkse praktijk veel minder tegen dan tegenwoordig. Immers, tot aan de 18e eeuw konden de meeste mensen niet schrijven. Zij zagen hun naam zelden of nooit op papier. Dat veranderde toen zij leerden hun eigen naam te schrijven. Waarschijnlijk wisten zij zelf niet precies wat de afzonderlijke letters betekenden. Aan de vorm zagen zij of het om hun eigen naam ging of om de naam van iemand anders. Het moet gezegd worden, dat dit gold voor het grootste gedeelte van de mensen. De plattelandsbevolking, waarvan ook onze familieleden van destijds deel uitmaakten behoorde in elk geval tot dit gedeelte van de bevolking. Het bewust schrijven, dus het kunnen omgaan met letters, was voorbehouden aan de enkelingen die de schrijfkunst meester waren. De pastoor, die de namen moest noteren in de kerkelijke dooptrouw- en begraafboeken (de gemeenten met de Burgelijke Stand moesten nog "uitgevonden" worden), moest de opgegeven namen beoordelen naar de klank en dan maar enigszins gokken of de naam correct op papier kwam. Het had geen zin om aan de vader van een dopeling of aan een aanstaand bruidspaar te vragen om de naam even te spellen. Zij hadden er meestal toch geen flauw idee van.
Een jonge vader kon wel vertellen dat zijn kind bv. de achternaam "Damen" moest dragen omdat hijzelf ook zo heette. Maar of dat met één of twee a's moest zijn, of met "ae", of mét of zonder "h" in het midden, of dat de letter "a" gebruikt moest worden in plaats van de dialectisch klinkende "ao" of "o", dat moest meneer pastoor maar zelf weten! Dat deed meneer pastoor dan ook omdat hij geen andere keus had. Bij de geboorte van een ander kind, een aantal jaren en enkele pastoors later, werd misschien weer een andere schrijfwijze gebruikt. En hoe werd de naam geschreven bij het huwelijk van deze kinderen, of bij overlijden 50 of 60 jaar later? Kortom, de verschillende schrijfwijzen van eenzelfde naam is niet zo bijzonder als men wel eens denkt. Custers met een C en Kusters met een K kunnen best familie van elkaar zijn, evenals Hendriks en Henderickx, Schlangen en Slangen, Linsen en Linssen of Lintzen, Wolters en Wolthers en Maassen, Maessen of Maasen. Hun overgrootvaders, 4 generaties terug, kwamen misschien uit hetzelfde nest! Het was nu eenmaal zo dat op een bepaald moment een afwijkende schrijfwijze werd gebruikt die zich in de loop van de jaren diverse keren ging herhalen. Zelfs de invoering van de Burgelijke Stand heeft aan dit euvel geen definitief einde kunnen maken. Als men bij de burgelijke stand een aantal generaties teruggaat kon men dikwijls precies nagaan op welke momenten de verschillende schrijfwijzen binnen een familie en zelfs binnen hetzelfde gezin ontstaan zijn.
Dit "gesol" met namen wil absoluut niet zeggen dat de mensen uit vorige eeuwen dom waren! Zij leefden nu eenmaal in een tijd dat lezen en schrijven geen gemeengoed was. Zij hadden dit ook niet zo nodig. Om hun leven te leven beschikten zij over andere capaciteiten, andere vaardigheden, en ander vernuft en wijsheden waar wij, mensen van de 21 e eeuw wellicht helemaal niet aan kunnen tippen!